Wanneer je je vocaal wilt ontwikkelen, dan is het belangrijk dat je
je focus legt op je ademsteun, je stembanden, resonantie, je gedachten en
gevoelens.
-
Je ademsteun
Om te kunnen spelen met volume, je stembereik te vergroten, lange
zinnen te kunnen uitzingen en nog vele andere mogelijkheden tijdens
het zingen, dan is het noodzakelijk te leren hoe je je ademsteun
op een specifieke manier gebruikt.
De ademsteun is van meer afhankelijk dan alleen maar je longen:
-
je houding ( voeten, knieën, bekken)
-
het ontspannen van je nek, tong en kaak tijdens het inademen
-
je buik- en ademhalingsspieren gebruiken
-
je bewust zijn van je ribben en je schouders
-
niet te veel en te hoog inademen
-
het loslaten van een gelijkmatige en trage stroom van lucht
2. Je stembanden
Wanneer je stembanden door middel van je ademsteun vibreren, dan
zijn ze in staat geluid te produceren. Afhankelijk van hoe snel je de
stembanden laat vibreren, zal het geluid hoger of lager klinken.
De stembanden werken het best wanneer:
-
je je nek en je wervelkolom goed positioneert
-
je je ademsteun goed onder controle hebt
-
je de spanning in je nek, kaak, tong en lippen vrijlaat
-
je de glottisslag vermijdt (het sluiten van de stembanden vooraleer je geluid maakt, bijvoorbeeld op uh-oh)
3. Je resonantie
De kwaliteit en de kleur van je toon hangen af van je resonantie die
op zijn beurt afhankelijk is van:
-
het strottenhoofd
-
de keelholte
-
de mond die oneindig veel vormen kan aannemen
Je resonantie werkt het best wanneer:
-
je je nek en je wervelkolom goed positioneert
-
je vanuit de stembanden een goed geluidssignaal creëert
-
je kaak ontspannen en los is en enkel subtiele en kleine bewegingen maakt
-
je tong los en flexibel is
-
je zachte gehemelte hoog gepositioneerd is behalve bij nasale medeklinkers
-
je lippen los, zacht en lichtjes rond zijn